tellen
- Ichi: 1
- Ni: 2
- San: 3
- Shi: 4
- Go: 5
- Roku: 6
- Shichi: 7
- Hachi: 8
- Ku: 9
- Ju: 10
- Ni-Ju: 20
- Hyaku: 100
- Sen: 1000
diversen
- Migi: Rechts
- Hidari: Links
- Mae: Voorwaarts (verplaatsing)
- Sagaru: Achterwaarts (verplaatsing)
- Hantai: Wisselen van stand of houding
- Mawate: Omdraaien
- Kamae: Houding
- Kamaete: Teken om aangegeven stand aan te nemen
- Jiyu Kamae: Vrije handhouding welke een zekere gevechtsrealiteit uitdrukt
- Obi: band
- Gi: Karate pak
- Dojo: Trainingsruimte
Begin en einde van de training
- Osu: Teken van begrip
- Seiza: Opdracht om te gaan zitten
- Mokuso yame: Einde meditatie
- Mokuso: Aanvang meditatie
- Shomen ni rei: Groet aan de Shomen
- Sensei ni rei: Groet aan de leraar
- Sempai ni rei: Groet aan de assistent leraar
- Otagai ni rei: Groet aan de medeleerlingen
- Kiritsu: Verzoek om op te staan
- Osu: Groet. Wordt gebruikt bij het betreden en verlaten van de dojo, bij het werken met een partner, bij het tonen van
- doorzettingsvermogen en begrip.
standen
- Heisoku Dachi: Voeten gesloten
- Musubi Dachi: Hielen tegen elkaar; voeten in V-vorm verbonden. Armen evenwijdig aan het lichaam, pinken tegen zijnaad broek
- Hachiji Dachi: Schouderbreedte; voeten naar buiten wijzend
- Kiba Dachi: 2 x schouderbreedte; voeten evenwijdig
- Zenkutsu Dachi: Voorwaartse stand (verhouding 60%-40%)
- Kokutsu Dachi: Achterwaartse stand (verhouding 70%-30%)
- Fudo Dachi: Gevechtsstand; gewicht op beide benen (combinatie tussen zenkutsu- en kiba dachi)
Afweertechnieken (uke waza)
- Age Uke: Opwaartse afweer
- Soto Uke: Afweer van buiten naar binnen
- Uchi Uke: Afweer van binnen naar buiten
- Gedan Barai: Lage afweer
- Shuto Uke: Afweer met de meskant van de hand
- Morote Uke: Met andere arm ondersteunde afweer
- Kakiwake Uke: Dubbele openende afweer
Stoottechnieken (tsuki waza)
- Oi Tsuki: Voorwaartse vuiststoot vanaf zelfde zijde als het naar voren gaande been (stap en stoot tegelijk)
- Gyaku Tsuki: Tegengestelde vorderende vuiststoot
- Kizame Tsuki: Reikende vuiststoot met voorste arm
- Nukite: Speerhand steekstoot
Trap- en stamptechnieken (geri waza)
- Mae Geri: Voorwaartse trap met de bal van de voet
- Mae Geri Kekomi: Voorwaartse stamp met de hiel
- Yoko Geri Keage: Zijwaartse stijgende trap met meskant voet
- Yoko Geri Kekomi: Zijwaartse stamp met meskant voet
- Mawashi Geri: Cirkelende trap met de bal van de voet
- Ushiro Geri Kekomi: Achterwaartse stamp met de hiel
- Fumikomi: Naar beneden gerichte stamp met meskant voet
- Kin Geri: Mae geri met de wreef naar het kruis
Slagtechnieken (uchi waza)
- Shuto Uchi: Slag met meskant hand
- Uraken Uchi: Slag met bovenkant vuist (knokkels)
- Tettsui Uchi: Slag met hamervuist
Trainingsvormen
- Kihon: Stijltechnische basistraining
- Kihon Kumite: Stijltechnische basistraining met partner
- Kihon Ippon Kumite: 1-staps; 1 aanval, 1 afweer, 1 tegenaanval
- Kihon Sanbon Kumite: 3-staps; 3 aanval, 3 verdediging, 1 tegenaanval
- Kihon Gohon Kumite: 5-staps; 5 aanval, 5 verdediging, 1 tegenaanval
- Kaeshi Ippon Kumite: Aanval; afweer direct gevolgd door voorwaartse tegenaanval; afweer, tegenaanval
- Jiyu Ippon Kumite: 1-staps gevecht. Afgesproken aanvallen in vrij bewegende vorm
- Jiyu Kumite: vrij gevecht
Uitvoering kata
- Kata: Individuele stijloefening volgens een bepaald grondpatroon en een reeks principe vormen als weergave van een re
- Shiho: Vierhoekstraining (vereenvoudigde kata principe)
- Bunkai: Applicatie- of toepassingsvorm voor technieken of kata's
- Musubi Dachi: Voeten in V-vorm verbonden. Armen evenwijdig aan het lichaam, pinken tegen zijnaad broek
- Rei: Formele buiging zonder het uitspreken van "osu"
- Yoi: Wees gereed; stand Hachiji Dachi, vuisten gesloten
- Hajime: Begin/vang aan
- Yame: Eindigen; aannemen van Hachiji Dachi
- Yasume: Ontspannen; tevens afgroeten in Musubi Dachi
- Shisei tai: Lichaamspositie; verzoek tot het aannemen van een bepaalde houding behorende bij verschillende