Karate is een van de meest beoefende Oosterse vechtkunsten en vindt zijn oorsprong in de 15de eeuw, gedurende een van de Japanse bezettingen van het eiland Okinawa, een deel van de Ryuku-eilanden die samen een keten vormen. De wortels gaan echter veel verder terug tot in de tijd van het oude India en China. Veel mensen zijn van mening dat de huidige oosterse vechtkunst zijn wortels heeft in India. Wanneer wij naar de disciplines kijken als yoga en de ademhalingstechnieken die oorspronkelijk uit India komen, is er inderdaad een grote overeenkomst met vele van de moderne vechtsportsystemen.
Aangenomen wordt dat de monniken van het zenboeddhisme de Indiaanse vechttechnieken vanaf de 5de en 6de eeuw voor Christus naar China brachten. Bodidharmi, de beroemdste van deze monniken, reisde aan het eind van de 5de eeuw van India naar China, waar hij instructeur werd bij het shaolin-klooster. Hij onderwees een combinatie van legehandgevechtstechnieken en yoga, en ontwikkelde zo de welbekende shaoling kung fu – het systeem waarop vele Chinese vechtkunstsystemen zijn gebaseerd.
In 1470 hadden de Japanners het eiland Okinawa bezet. Volgens de wet zou ieder die met een wapen aangetroffen zou worden ter dood worden gebracht. Om zichzelf te beschermen tegen plaatselijke bandieten, die grotendeels het verbod op wapens negeerden, ontwikkelden zenboeddhisten het systeem van de 'lege hand', waarbij ze nieuwe technieken vanuit China importeerden. Uiteindelijk werd de nieuwe vechtsport vertaald als t'ang (China hand), maar in de volksmond was het beter bekend als Okinawa-te (Okinawa hand). Pas in de 20ste eeuw werd t'ang bekend als karate-do. De uitgang 'do' werd toegevoegd door Gchin Funakoshi's zoon Yoshitaka Funakoshi die een vriendschappelijke oppositie voerde tegen de Okinawa-te-stijl van zijn vader. Tot die tijd waren praktijkoefeningen en demonstraties uitermate gewelddadige geweest. Vuistslagen werden voluit geslagen en full contact was een integraal deel van de Okinawa-te-stijl.
Wie was Gichin Funakoshi? (1868 – 1957)
Gichin Funakoshi was student Chinese klassieken en vechtkunst en zou karate in het begin van de 20ste eeuw naar het vasteland van Japan hebben gebracht. Al daarvoor in 1905 had de Japanse bezettingsmacht toegestemd in de invoering van karate in het Okinawa-programma van lichamelijke opvoeding voor middelbare scholieren. Zij waardeerden de discipline die bij karate hoorde en al snel werd het een wezenlijk onderdeel van het educatieve programma van de school.
In 1917 reisde Funakoshi op verzoek van het Japanse Ministerie van Onderwijs van Okinawa naar Kyoto in Japan en gaf de eerste demonstratie van t'ang. In 1921 demonstreerde Finakoshi zijn systeem aan de kroonprins van Japan op kasteel Shuri. Deze demonstratie maakte zo'n indruk dat Funakoshi werd verzocht om te verschijnen op de eerste nationale tentoonstelling van atletiek in Tokyo. Jiguro Kano, de mede-oprichter van judo, haalde Funakoshi over om op het vasteland van Japan te blijven. In 1924 begon Kunakoshi met het onderwijs aan scholen en dojo en richtte de eerste universtitaire karateclub op aan de Keio Universiteit. Ook andere stijlen werden ontwikkeld, waaronder kyoshinkai, shukukai en wado ryu. In 1936 begon karate zich te verspreiden en werd de eerste karateschool opgebouwd, die shotokan werd genoemd ('de hal van shoto'). In datzelfde jaar publiceerde hij zijn tweede boek, Karate do Kyokan.
De eerste dojo van de Japanse Karate Associatie werd geopend in 1955. Twee jaar later overleed Funakoshi in Tokyo, op 26 april 1957. Tegen die tijd was karate een gevestigde sport en vandaag de dag wordt het over de hele wereld beoefend.
Bron: https://plazilla.com/page/4295047449/introductie-filosofie-en-geschiedenis-van-karate